Collega’s die elke maandag al aftellen naar vrijdag, nieuwsberichten die je het liefst zou wegzappen, of die ene vriendin die altijd iets heeft – we kennen ze allemaal. En eerlijk? Soms zuigen ze je op een manier leeg waar je u tegen zegt. Alsof je opgeladen aan je dag begint en nog geen uur later al op het knipperende rood van je ‘energie-batterij’ zit.
Ik weet nog goed dat ik ooit met frisse moed begon aan een nieuwe baan. Vol enthousiasme, totdat ik na dag twee al achter een koffieautomaat stond met mensen die alleen maar klaagden over ‘hoe zwaar alles is’. Voor ik het wist, betrapte ik mezelf erop dat ik zuchtend naar huis fietste. Gek, hoe snel die negativiteit op je kan overslaan.
Het vervelende is: je kunt die situaties of mensen vaak niet zomaar veranderen. Het nieuws blijft het nieuws, en die vriendin blijft die vriendin. Maar – en hier komt het mooie – je hebt wél invloed op hoe jij ermee omgaat. Zie het als een soort paraplu voor je humeur: je kunt de regen niet stoppen, maar je kunt wel zorgen dat je zelf droog blijft.
In dit artikel deel ik 11 praktische (en eerlijk gezegd ook best leuke) tips om negatieve vibes buiten de deur te houden. Klaar om jezelf te beschermen tegen die onzichtbare energielekjes? Let’s go.
Redactietip: Zin om je creativiteit te laten sprankelen? Probeer eens diamond painting – je kunt zelfs je eigen foto laten omtoveren tot een schitterend kunstwerk!
Omgaan met negativiteit: laat die spons niet je hele energie opzuigen
Weet je wat het is? Negativiteit an sich is niet per se slecht. Iedereen heeft weleens zo’n dag waarop alles tegenzit en je het liefst met een dekentje op de bank verdwijnt (met chocola, als het even kan). Niemand krijgt alleen maar regenbogen en vlinders op z’n pad. Verdriet, frustratie, boosheid – het hoort allemaal bij het leven. En eerlijk? Soms is het juist mooi als je samen met iemand die emoties kunt doorstaan. Dáár gaat het hier niet over.
Waar het wel over gaat? Die negatieve vibes die je eigenlijk helemaal niet hoeft binnen te laten. Denk aan je buurvrouw die zich weer eens opwindt over de vuilnisbakken die te lang buiten staan, terwijl jij net een lange werkdag achter de rug hebt. Of die vriendin die zo vaak klaagt dat je hart al een sprongetje maakt (niet van blijdschap) zodra je haar naam op je telefoonscherm ziet. Of die collega die werkelijk alles stom vindt aan het werk – terwijl jij zelf nog best fluitend naar kantoor gaat. Zulke dingen kunnen aan je trekken als een dorstige spons die je hele energievoorraad opslurpt.
En tsja, dat zulke prikkels er zijn, kun je niet veranderen. Wat je wél kunt doen? Zelf de regie pakken. Die spons regelmatig flink uitwringen zodat je niet onnodig leegloopt op dingen die het simpelweg niet waard zijn. Dát bedoel ik met omgaan met negativiteit.
Hoe ik het aanpak – mijn persoonlijke lessen
Laat ik heel eerlijk zijn: die spons heb ik zelf ook vaak genoeg laten vollopen. Vooral in het begin van corona, toen ik de NOS-app zo vaak ververste dat ik die bijna op mijn startscherm had gebrand. Niet echt bevorderlijk voor je humeur, kan ik je vertellen. Gelukkig heb ik in de loop der jaren wat trucjes geleerd om dat beter te managen. En die deel ik natuurlijk graag met je. Hier komen 7 tips die voor mij echt het verschil maakten (en nog steeds maken!).
1. Niet alles is aan jou om op te lossen
Dit was voor mij een eye-opener. Ik heb best een tikje van het ‘fixersyndroom’: iemand vertelt een probleem en ik denk meteen in oplossingen. Maar eerlijk? Soms wíl iemand helemaal geen oplossing. Neem mijn collega die iedere week klaagde over haar werk. Ik heb me suf geadviseerd (“Praat eens met je manager?”, “Heb je al naar ander werk gekeken?”), maar uiteindelijk kwam het gesprek altijd weer op hetzelfde neer. Wat ik leerde? Je hoeft niet altijd dé oplossing te hebben. Soms is luisteren en gewoon even ‘zijn’ genoeg. En dat haalt bij jou zelf ook een hoop druk weg.
2. Houd je eigen vibe hoog
Negativiteit werkt aanstekelijk – maar dat geldt gelukkig ook voor positiviteit. Je hoeft heus niet de hele tijd als een soort Duracell-konijn rond te huppelen, maar een beetje lichtheid helpt. Klaag iemand weer eens eindeloos over het weer? Gooi het eens over een andere boeg en vraag bijvoorbeeld wat diegene komend weekend leuks gaat doen. Je zult zien: vaak draait het gesprek dan vanzelf bij.
3. Doseer je nieuwsconsumptie
Deze was voor mij een gamechanger. Tijdens corona zat ik aan het nieuws geplakt alsof mijn leven ervan afhing. Maar al dat doomscrollen maakte me allesbehalve vrolijk. Tot ik mezelf een limiet oplegde: één keer per dag checken is genoeg. En wat blijkt? De wereld stort niet in als je even niet álles volgt. Sterker nog: ik werd er een stuk rustiger van. Inmiddels weet ik: als het écht belangrijk is, hoor ik het toch wel.
4. Vul je feed (en je hoofd) met positiviteit
Gelukkig is het internet niet alleen maar kommer en kwel. Er zijn zóveel mooie dingen te vinden online, als je maar weet waar je moet kijken. Zelf omring ik me graag met bloggers, Instagrammers, YouTubers en podcasts die een positieve vibe uitstralen. Het is ongelofelijk hoe aanstekelijk dat werkt – zelfs op een baaldag kan een inspirerende post of vrolijk filmpje je ineens uit je dip trekken.
Neem bijvoorbeeld het onderwerp duurzaamheid. Ja, de media bombarderen je continu met rampberichten over de klimaatcrisis. Maar op Instagram volg ik juist accounts die laten zien hoeveel verschil je zelf kunt maken – hoe klein je stappen ook zijn. Zo lees ik graag de blogs van Linda over duurzamer leven en de tips van Hermien voor eerlijke mode. Dat helpt me om niet in dat alles-is-ellende-gevoel te blijven hangen. In plaats van sippen denk ik dan: hé, wat kan ík eigenlijk doen om het verschil te maken?
5. Trek je eigen energielijn
Er is zo’n mooi gezegde: je kunt niet schenken uit een lege beker. Nou, dat geldt ook hier. Er komt gewoon een moment dat je geen ruimte meer hebt voor andermans frustraties, en dat is helemaal oké. Heb je al een dag vol pittige gesprekken gehad? Dan hoef je echt niet ook nog eens ’s avonds naar een ellendige documentaire te kijken of drie kwartier te luisteren naar je buurvrouw die haar vuilniszak-probleem weer op tafel gooit.
Het fijne is: je mág die grens aangeven. En dat hoeft helemaal niet lomp of ongezellig. Soms is iets simpels als: “Zullen we morgen even bellen? Ik ben nu echt te moe om goed te luisteren” al genoeg. Uiteindelijk heeft de ander daar veel meer aan dan halfslachtige aandacht.
Een paar simpele grens-trek-tips die ik zelf toepas:
- Telefoon uit als ik weet dat ik de fut niet heb voor zware gesprekken. Een simpel appje terugsturen met “Ik kom er morgen even op terug” werkt prima.
- Loopt een gesprek steeds vast in eindeloos geklaag? Dan stuur ik het subtiel richting een ander onderwerp.
- Iets vrolijks kijken in plaats van zware kost als ik zelf al een beetje down ben.
- En ja, soms stel ik afspraken gewoon even uit als ik weet dat het niet het goede moment is.
6. Train je brein in zonniger denken
Eerlijk is eerlijk: ik was vroeger een beetje van het glas halfleeg-kamp. Maar ergens rond mijn 25e besloot ik daar wat aan te doen. Niet dat ik nu altijd als een soort blij ei door het leven huppel (géén zorgen), maar ik merk wel dat ik situaties sneller probeer om te draaien of het lichtpuntje zoek.
Hoe ik dat doe? Nou, bijvoorbeeld door elke dag minstens één ding op te schrijven waar ik blij van werd. En dat hoeven echt geen wereldschokkende dingen te zijn: een goede cappuccino, een leuke reactie op mijn blog, of gewoon het zonnetje dat even doorkomt. Positiviteit zit vaak in die kleine dingen.
Nog wat andere trucjes die mij helpen:
- Omring je met mensen die je energie geven (en wees niet bang om wat meer afstand te nemen van de energiezuigers).
- Gun jezelf rust en tijd alleen als je voelt dat je dat nodig hebt.
- Relativeer: is het écht zo erg dat die ene bestelling te laat is? Meestal valt het reuze mee.
- Blijf bewust zoeken naar geluksmomentjes – ze zijn er altijd, al moet je soms even goed kijken.
7. Leer het los te laten (letterlijk en figuurlijk)
Soms wil je het liefst alles oplossen en iedereen gelukkig maken. Maar geloof me: dat gaat je niet lukken. Er zullen altijd dingen gebeuren die je niet in de hand hebt. En ja, er zullen altijd mensen zijn die blijven klagen, roddelen of zich ergeren aan van alles. Het beste wat je kunt doen? Loslaten. Niet alles hoeft jouw probleem te zijn.
Mijn eigen manier om dat loslaten te oefenen? Tijd maken voor dingen die weinig van mijn hoofd vragen. Een wandeling maken, fotograferen, een rondje hardlopen… dat soort dingen helpen me om letterlijk afstand te nemen van de negativiteit. En ik zweer erbij: het is alsof je daarna een soort schild om je heen hebt. Laat maar komen, die prikkels – jij bepaalt zelf tot waar ze mogen komen.
8. Kies bewust waar je wél energie in steekt
Er zijn dagen dat je zoveel op je bord hebt, dat je zelfs van een gezellige lunchafspraak al stress krijgt. En dat is oké. Je hoeft niet overal ja op te zeggen. Sterker nog, je mág kiezen waar je je tijd en energie in stopt. En spoiler: dat mág dus ook gewoon iets zijn waar je zélf blij van wordt – zelfs al is het een middag niksen met thee en koekjes.
Ik heb zelf geleerd om af en toe een mentale ‘ja-maar-wil-ik-dit-echt?’-check te doen. Wil ik deze afspraak écht? Of doe ik het omdat ik vind dat het moet? Het verschil is enorm. Sinds ik daar scherper op ben, houd ik meer energie over voor dingen die me echt voeden – zoals creatief bezig zijn, tijd met lieve mensen of simpelweg even de natuur in. Dat is geen egoïsme. Dat is goed voor jezelf zorgen.
9. Verwacht niet van iedereen positiviteit (en laat dat ook los)
Sommige mensen hebben nou eenmaal de gave om in élke situatie iets te vinden om over te klagen. Het is dinsdag? “Bah, nog zo ver tot het weekend.” Het is vrijdag? “Pff, het weekend zit al bijna vol.” Je kent ze wel.
En ik? Ik heb lang geprobeerd die mensen te ‘redden’. Steeds maar weer een ander perspectief bieden, grapjes maken, proberen het gesprek lichter te maken… Tot ik besefte: ik trek mezelf daarmee leeg. Het is niet mijn taak om iemands stemming te veranderen.
Sindsdien probeer ik te denken: dit is hoe zij de wereld zien – ik hoef daarin niet mee te gaan. Gewoon even vriendelijk knikken, maar niet alles binnenlaten. Dat scheelt bergen frustratie én een boel energie.
10. Focus op je eigen cirkel van invloed
Je kent vast die bekende cirkel van Stephen Covey: de cirkel van invloed en de cirkel van betrokkenheid. En als je hem niet kent: geen zorgen, ik vat ‘m even samen. Er zijn dingen waar je wél invloed op hebt – zoals je houding, je keuzes, je reactie op iets. En er zijn dingen waar je níet direct iets aan kunt doen – zoals het wereldnieuws, het humeur van je buurman of de files op maandagochtend.
Wat ik heb geleerd? Hoe meer je focust op je eigen cirkel van invloed, hoe rustiger je wordt. Dus: in plaats van me druk te maken over iets wat ik niet kan veranderen (zoals de ophef op Twitter of iemand die blijft mopperen), vraag ik mezelf: Wat kan ík nu doen? Soms is dat een podcast opzetten, soms even naar buiten gaan, soms gewoon... niets.
11. Gun jezelf herstelmomenten
Je bent geen robot. En zelfs een robot heeft af en toe een reboot nodig. Hoe meer prikkels je binnenkrijgt – positief of negatief – hoe belangrijker het wordt om pauzes in te bouwen. En nee, daarmee bedoel ik niet "even scrollen op je telefoon", maar echt even uitpluggen.
Voor mij werkt het om kleine rustmomentjes in te bouwen door de dag heen. Even een kop thee zonder telefoon. Of vijf minuten naar buiten turen zonder doel. Zelfs een mini-meditatie van twee minuten kan al helpen. En als ik echt leeg ben? Dan pak ik het groter aan: een avond offline, een boek, een wandeling door het bos. Dat zijn geen ‘luxe-uitstapjes’, dat is onderhoud voor je hoofd.
Tot slot: jouw energie is kostbaar – wees er zuinig op
Negatieve prikkels zullen er altijd zijn. Mensen blijven mensen, het nieuws blijft het nieuws en sommige dagen zijn nu eenmaal grijs in plaats van zonnig. Maar wat je wél zelf in de hand hebt, is hoe je ermee omgaat. Of je alles binnenlaat, of dat je af en toe zegt: tot hier en niet verder. Of je die spons helemaal vol laat lopen, of hem tussendoor even uitknijpt en weer bijvult met dingen die jou écht voeden.
Het is geen teken van zwakte als je je grenzen bewaakt. Juist niet. Het is een vorm van zelfrespect. Gun jezelf ruimte, lichtheid en mensen (én content!) die je laten lachen, nadenken of gewoon even op adem laten komen.
Dus als je de volgende keer merkt dat je energie langzaam weglekt… denk dan even aan dat sponsje. En besluit wat je ermee doet. Uitknijpen mag. Opzij leggen ook. En soms – heel soms – moet je hem gewoon even helemaal vergeten en lekker buiten gaan spelen, figuurlijk dan.
Je bent het waard om je goed te voelen. Vergeet dat niet.